Zoektechnieken

Leer je detector op een goede manier hanteren.
Terwijl je het terrein afzoekt zwaai je je detector heen en weer. Hierbij moet je de schijf zoveel als mogelijk evenwijdig houden met de ondergrond (ongeveer tussen de 0 en 2 cm).
Een fout die beginners vaak maken is het optillen van de detector op het einde van een zwaai waardoor je onbewust vondsten kan missen.

Correcte zwaaitechniek
Correcte zwaaitechniek
foute zwaaitechniek
Foute zwaaitechniek

Zorg er tevens voor dat elke zwaai de vorige overlapt en hou je zwaaisnelheid onder controle. Het te snel heen en weer zwaaien van de detector kan er opnieuw voor zorgen dat je vondsten mist.

Om zeker te zijn dat je geen plekje mist zoek je het terrein best in een rastervorm af. Op het zachte en natte zand maak ik gebruik van een schop die een lijn trekt door het zand waardoor ik perfect een raster kan maken.

Neem ook altijd reservebatterijen mee op het terrein. Je wil tijdens een goede speurtocht zeker niet geconfronteerd worden met een lege batterij waardoor je het zoeken noodgedwongen vroegtijdig moet staken.