Op de dag van Halloween ging voor Blankenbergse Strandvondsten een volledige nieuwe wereld open. Griezelig was het niet maar de eerste stappen op de akker waren toch onzeker. Dat de equinox 800 minder onder de indruk was bleek al snel. Hij scande het veld zoals een mes door boter gaat met het ene na het andere signaal tot gevolg. Graven was de boodschap. Het delirium zou pas enkele dagen later volgen.

Minelab Detexpert

Hoe komt die strandjutter op een akker terecht hoor ik je denken? Het antwoord is simpel, toeval. Tot zes maanden geleden kwam de strandjutter nooit in de polders. De opgroeiende familiehond, een kruising tussen een labrador en een beauceron (Franse herdershond), heeft echter naarmate ze ouder wordt steeds meer beweging nodig. Om de wandelingen zowel voor het baasje als voor de hond afwisselend te houden, kwamen de polders in beeld. Al snel ontstonden in diezelfde polders verschillende vaste wandelroutes.

Kruising Labrador en Beauceron

Het is op één van deze wandelroutes in de laatste week van oktober dat er een boer handmatig het water van zijn akker aan het aflaten was. Het was de eerste maal in zes maanden tijd dat ik iemand zag werken op het land met uitzondering van de loonwerkers die op het einde van de zomer met grote machines over de akkers denderden. Met de dalende strandvondsten in mijn achterhoofd sprak ik hem aan.

Het moet die dag één van mijn geluksdagen geweest zijn. De hond bleef rustig. Zou de hondenschool dan toch iets opgeleverd hebben?

Na een korte voorstelling onderbrak de landbouwer mij met de mededeling: ‘lopt gie ier mor e ki over vintje moar of da je e twa goa vienden das e nandere zoake, misschien nog e twa van den Duits’.  Of ik iets zou vinden was op dat ogenblik niet aan de orde. Ik had de toestemming gekregen van een landbouwer om op zijn akker te zoeken. Ik kon mijn geluk alvast niet op.

Hulzen van den Duits

Daar liep ik dan. Voor het eerst in twintig jaar aan de slag met een detector op een akker. De signalen kwamen met zo’n sneltreinvaart binnen dat mijn hersenen onvoldoende tijd hadden om ze allemaal tegelijkertijd te verwerken. Verdomme, hoor ik mezelf nog denken. Ik had gehoopt dat het simpeler ging zijn. Ik had al snel door dat ook hier je door het vele moderne afval zou moeten graven om de echte vondsten te kunnen bereiken.

Fietsplak

Zoals steeds bij metaaldetectie haalt de doorzetter zijn gram. Ik ronde de eerste zoeksessie op de akker af met 10 Belgische cent (1903), vier zegelloodjes, twee rotte munten, een metalen duifje, een huls (van den Duits) en twee ‘haakjes van een ladekast’. Ik was tevreden maar had stiekem op meer gehoopt. Desalniettemin poste ik diezelfde avond de vondsten op de facebookpagina van Blankenbergse Strandvondsten. Ze werden gerangschikt naar belang. Eerst de Belgische cent, dan de rotte munten, vervolgens de duif, daarna de zegelloodjes en pas als laatste de haakjes van de ladenkast. Dat de haakjes voor het delirium zouden zorgen, had ik toen niet kunnen bedenken. Het was echter een opmerkzame volger van Blankenbergse Strandvondsten (waarvoor nogmaals dank Johan) die als eerste iets zag in die haakjes, namelijk fibula’s.

Ik kon het echter niet geloven. Fibula’s in de poldergrond was te mooi om waar te kunnen zijn. Ik wou een tweede opinie en poste de haakjes in de groep Metaaldetectie Vlaanderen. Bij het opnieuw openen van mijn iphone was het hek van de dam. Het waren wel degelijk fibula’s en meer bepaald Karolingische daterend tussen de 8ste en de 10de eeuw.

Gevonden Fibula’s

Veel meer motivatie heb je als metaaldetectorist niet nodig om opnieuw naar het veld te gaan. De volgende zoeksessies leverden niet alleen uren zoekplezier maar tevens stuk voor stuk unieke vondsten op.

De gevonden gigot (1626) werd opgepikt door een lokaal journalist en vond zijn weg naar de regionale nieuwsrubriek van het nieuwsblad.

Gigot Antwerpen 1626

Ook de Krant van West-Vlaanderen toonde interesse in de vondsten en schreef een uitgebreid artikel over metaaldetectie en strandjutten in tijden van corona. De ene hobby is nu éénmaal meer coronaproof dan de andere.

Douzain 1593

Los van de interesse op facebook en de media bleven de vondsten maar komen. De ene al ouder dan de andere. De oudste vondst (sceatta) dateert van de 6de eeuw.

Oord 1751

Ondertussen is het niet meer mogelijk om te detecteren op het veld. De landbouwer ploegde het om en zal het inzaaien met de volgende teelt.

Tot slot werden de vondsten gemeld bij het Agentschap Onroerend Erfgoed.

Het strand zal ik nooit achter mij laten maar het zaadje om te blijven zoeken op akkers is geplant.